Tag Archives: Talentmanagement

Talentmanagement in Strategisch perspectief

Strategisch Talent Management

In haar inaugurele reden  ‘ Talentmanagement in Strategisch perspectief’ (2008) geeft Van der Sluis aan wat zij verstaat onder Strategisch Talent Management (STM).

Van der Sluijs benadert talentmanagement vanuit organisatieperspectief. Er is alleen oog voor de wensen van de medewerkers, in zoverre dit tegemoet komt aan de strategische doelen van de organisatie.

‘ Talent is een persoon’ -visie

Van der Sluis hanteert de ‘ Talent is een persoon’ –visie op talent. Hoewel ook de andere stroming (talent is een eigenschap) kort aan bod komt, toont zij zich in haar oratie toch aanhanger van de ‘ talent is een persoon’ visie.

Doel Strategisch Talent Management

Als doel van STM ziet Van der Sluis ‘ de arbeidsproductiviteit van de medewerkers ten behoeve van de organisatie te optimaliseren’ . Bij talentmanagement dient dan ook het rendement van het talent centraal te staan.

Voordelen Strategisch Talent Management

Talentmanagement heeft de volgende voordelen voor de werkgever:

  • Gewilde werkgever:
  • Vergroten organisatieontwikkeling:
  • Vergroten wendbaarheid organisatie

 Talentrendement

Om het talentrendement te optimaliseren raadt Van der Sluijs de volgende stappen aan:

  1. Talent aantrekken en benoemen: inzicht in gewenste kwaliteit en kwantiteit van talenten
  2.  Talent inzetten en aansturen: de juiste talenten op het juiste moment op de juiste plekken inzetten
  3. Talent ontwikkelen en binden: get bieden van een werkomgeving waarin leermogelijkheden aanwezig zijn en een leerklimaat heerst.

Ad 1: Talent aantrekken:

Om de juiste medewerkers aan te trekken is het allereerst belangrijk dat de organisatie een employer brand heeft, welke aansluit bij de strategische doelen van de organisatie. Op die manier solliciteren de juiste mensen bij de organisatie.

Om optimaal te kunnen inspelen op de wensen van de (potentiële) medewerkers is het verstandig ook te kijken naar de beweegredenen waarom mensen zich op de arbeidsmarkt begeven, en aan welke beweegredenen de organisatie een bijdrage wil leveren. Enkele beweegredenen zijn:

  • Nalatenschap;
  • Zekerheid van werk en inkomen;
  • Willen ontwikkelen en presteren.

Vervolgens zouden in sollicitatiegesprekken de volgende vier vragen centraal moeten staan:

  • Waar staat de organisatie voor?
  • Waar staat de sollicitant voor?
  • Waar gaat de organisatie voor?
  • Waar gaat de sollicitant voor?

 Ad 2: Talent inzetten en aansturen:

In hoeverre de (latente) talenten daadwerkelijk worden ontwikkeld en ingezet hangt af van de context waarbinnen de talenten ingezet worden. Er is een wisselwerking tussen het individu en de omgeving.

Taken management

Bij het inzetten en aansturen van talenten heeft het management twee taken.

  • De aanwezige talenten optimaal inzetten , en inzicht te hebben in welke talenten op welk moment en welke plaats gewenst zijn in de organisatie.
  • Het bieden van een werkomgeving en werkklimaat waarin de talenten optimaal tot hun recht kunnen komen.

Ad 3: Talent ontwikkelen en binden

Het ontwikkelen van talenten heeft tot effect dat de medewerker zich ergens meer in bekwaamt, wat resulteert in effectiever gedrag en betere resultaten.

Mensen ontwikkelen hun talenten door te werken, opleidingen en trainingen te volgen, te reflecteren en op vele andere manieren. Het bewust aanbieden van leermogelijkheden geeft de organisatie de mogelijkheid de voordelen van talentmanagement te realiseren.

Interesses medewerkers

Bij het ontwikkelen van talenten is het overigens aan te raden uit te gaan van de wensen, ambities en interesses van de medewerker. Het effect van talentontwikkeling is binding van de medewerker met de organisatie.

De meerwaarde van de Talentenkompas

 De Talentenkompas

Hieronder staat de talentenkompas afgebeeld. De talentenkompas (Van der Sluijs, 2008) lijkt nieuw, maar is dat niet. De kompas vertoont veel behoorlijk veel overlap met  ‘ Dromen, Durven, Doen’  van Ben Tiggelaar (zie ook Boekrecensie: Dromen, durven doen).

 

In beide komt willen naar voren. Tiggelaar spreekt over Dromen, Van der Sluijs noemt het Willen. Durven komt bij beide auteurs aan bod.

Waar Tiggelaar het vervolgens heeft over Doen, splitst Van der Sluijs het Doen uit in Mogen (doen) en Kunnen (doen).  Volgens Van der Sluijs moet de medewerker wel de ruimte krijgen binnen de organisatie om zijn of haar dromen uit te laten komen. Is die mogelijkheid er niet, dan wordt Doen erg lastig.

Hetzelfde geldt voor Kunnen. Je kunt als medewerker iets heel hard Willen en Durven, maar als je het (nog) niet Kunt, dan is het Doen wederom lastig.

Wat kun je als manager nu met de talentenkompas?

Als manager kun je de talentenkompas gebruiken als model om het gesprek met de medewerker aan te gaan, en te achterhalen welk HR-instrument het beste ingezet kan worden.

Waar loopt de medewerker vast:

  • Weet de medewerker niet wat hij wil (dromen), dan zijn instrumenten als coaching en testen op zijn plek.
  • Durft de medewerker zijn dromen niet na te jagen, dan dient je samen met de medewerker te kijken naar welke zekerheden er nodig zijn om het lef wel te ontwikkelen. Bijvoorbeeld baangarantie voor een bepaalde periode, detachering of enkel coaching zijn instrumenten die hier ingezet kunnen worden.
  • Weet de medewerker wat hij wil en heeft hij het lef, maar zijn de mogelijkheden er binnen de organisatie er niet, dan kan je samen met de medewerker kijken hoe de dromen toch gerealiseerd kunnen worden, door intern de organisatiecontext (wat) aan te pakken, dan wel samen extern te kijken.
  • En ontbreekt het kunnen nog, dan is een opleiding of training op zijn plek.

 

Samenvatting Trends in talentmanagement: wetenschap en praktijk (van: Visser, R.C. in: Develop nr 1, 2009 p 14-26)

De aandacht voor het managen van talenten binnen de organisatie neemt steeds meer toe. Enkele van de redenen hiervoor zijn naast globalisering, en vergrijzing, de veranderende arbeidsrelaties, waarbij wederzijds toegevoegde waarde steeds meer de norm is en de verkleuring op de arbeidsmarkt.

 

De medewerker als vrijwilliger

 

Vaker dan in het verleden vragen mensen zich op zowel werkgebied als privégebied af wat de relaties hen opleveren. Is de toegevoegde waarde te laag, dan wordt afscheid genomen van de relatie.

 

Voor de werkgever betekent dit dat medewerkers niet langer meer als productiemiddel kunnen worden gezien, maar als een vrijwilliger moeten worden geënthousiasmeerd en bezielt om ze optimaal te laten presteren.

 

Pindakaasprincipe werkt niet meer

 

Een tweede ontwikkeling op de arbeidsmarkt is de verkleuring ervan: er is sprake van een toenemende diversiteit van de medewerkers. Hierdoor werkt de klassieke ‘ one size fits all’- benadering niet meer. Investeren in de medewerker volgens het pindakaasprincipe, waarbij opleidingsbudgetten gelijkmatig over alle medewerkers worden uitgesmeerd zijn ineffectief geworden.

 

Om als organisatie voorop te kunnen lopen in je branche is het noodzakelijk effectief te investeren in je medewerkers. Talentmanagement is hiervoor de aangewezen route.

 

Talentmanagement: twee stromingen

Binnen talentmanagement zijn er twee stromingen te onderscheiden. Talent is te zien als persoon en talent is te zien als eigenschap.

 

Talent als persoon

Als de organisatie talent als persoon ziet, dan dient de organisatie zich de vraag te stellen: wie is een talent? Is eenmaal achterhaalt wie een talent is, dan kan de organisatie in juist deze talenten investeren.

 

Manieren om talenten te achterhalen

  • Medewerkers indelen naar A-; B-; en C-spelers
  • Bepalen in welke onderdelen van de organisatie investeringen het meest renderen
  • Medewerkers indelen naar High potential (of niet): opleiden voor de toekomst
  • Bepalen welke medewerkers bijdragen aan de strategische doelstellingen

Talent als eigenschap

Binnen deze stroming staat het achterhalen van de sterke punten (talenten) van iedere medewerker centraal, waarbij het de taak van de organisatie is een omgeving te creëren waarbinnen deze sterke punten optimaal kunnen worden ingezet en verder ontwikkeld.

Opleiden en ontwikkelen op basis van talentmanagement

Kiest een organisatie voor talentmanagement, dan kiest zij voor ontwikkelen op maat. Inspelen op de individuele wensen en mogelijkheden van de medewerker wordt gezien als een van de kernpijlers van goed werkgeverschap.

 Op maat

Opleiden en ontwikkelen op maat kan door per medewerker te kijken waar hij of zij behoefte aan heeft qua opleidingen en deze aan te bieden, ongeacht of dit past binnen het officiele beleid van de organisatie. De enige voorwaarde is dat de wederzijdse belangen van zowel werkgever als medewerker gediend zijn. Een risico hierbij is wel dat andere medewerkers zich achtergesteld kunnen gaan voelen. Openheid en transparantie zijn noodzakelijk om dit gevoel te verminderen.

 

Baanboetseren

 

Een andere manier om talenten tot volle wasdom te laten komen is het zogenaamde ‘ Baanboetseren’ , ook wel job craften genoemd. Hierbij worden werkomstandigheden en werktaken dusdanig aangepast dat het werk beter aansluit op de ambities en (huidige en gewenste) talenten van de medewerkers.

 

De taak van de leidinggevende is in te schatten in hoeverre het positieve effect van baanboetseren op de medewerker de onderlinge samenhang tussen taken en verantwoordelijkheden niet (te veel) verstoord.

 

Leiderschapstijl Talentmanagement

Een goede leider, is volgens de principes van talentmanagement, een dienende leider: Hij of zij is in staat een context en klimaat te creeren waarin medewerkers bereid en in staat zijn hun talenten optimaal in te zetten voor de organisatie. Tegelijkertijd heft de leider de verantwoordelijkheid om verbindende waarden en de strategie van de organisatie uit te dragen, zodat de medewerkers of ze nu een talent zijn of hebben, met de inzet van deze talenten een bijdrage leveren aan het bereiken van de strategische doelen van de organisatie

 

Let op:

Talentmanagement biedt iedereen de kans te groeien en bloeien binnen zijn of haar mogelijkheden. Organisaties die gaan werken met talentmanagement dienen zich wel te realiseren dat zij niet alles voor iedereen kunnen zijn. Een heldere en duidelijke strategie en bijpassend employer brand zijn noodzakelijk om de juiste mensen aan te trekken, en deze tot volle bloei te laten komen.