Duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid is een term die steeds vaker gebruikt wordt. Niet gek als je bedenkt dat de overheid verwacht dat we allemaal meer en vooral langer door werken.

Wat is duurzame inzetbaarheid?

Duurzame inzetbaarheid bestaat volgens de Sociaal Economische Raad   uit drie elementen:

  • Vitaliteit: de mate waarin een medewerker in staat is  energiek, veerkrachtig, fit, onvermoeibaar door te werken en beschikt over doorzettingsvermogen.
  • Werkvermogen: de mate waarin de medewerker fysiek, psychisch en sociaal in staat is om te werken.
  • Employability:  het vermogen van een medewerker om de huidige functie uit te
    oefenen, een nieuwe functie te verwerven, of werk te creëren door
    optimaal gebruik te maken van aanwezige competenties en
    kwalificaties.

Hoe werken mensen aan hun duurzame inzetbaarheid?

Uit een onderzoek uitgevoerd door het CBS komt naar voren dat medewerkers liever minder gaan werken om duurzaam inzetbaar te blijven. Ruim de helft van de medewerkers vindt dat een kortere werkweek ertoe bijdraagt om langer aan het werk te kunnen zijn. Een tweede voorwaarde die genoemd wordt is lichter werk, en een derde voorwaarde is een goede gezondheid.

De eigen gezondheid en plezier in het werk zien medewerkers als de sleutels tot duurzame inzetbaarheid, zo blijkt uit onderzoek van Wijzer in Geldzaken. Het merendeel van de 55-plussers onderneemt ook acties om fysiek inzetbaar te blijven: ze willen graag vitaal blijven.

Minder aandacht besteden medewerkers aan het behouden en vergroten van hun werkvermogen. Liever gaan de 55-plussers minder werken, al hoe wel de bereidheid daartoe rap afneemt als ze daarvoor salaris in moeten leveren.

Welke rol speelt employability bij duurzame inzetbaarheid?

Wijzer in Geldzaken heeft een onderzoek laten uitvoeren onder 55-plussers naar de bereidheid om zich om te scholen of bij te scholen om aan het werk te kunnen blijven. Deze blijkt laag te zijn.

De rol van employability lijkt dus laag te zijn al het gaat om de oudere werknemer. Hoe dit zit bij de jongere werknemer is niet onderzocht door Wijzer in Geldzaken.