in vijf vragen een beeld van talentmanagement

Talentmanagement: in vijf vragen een beeld van talentmanagement in jouw organisatie

Talentmanagement kun je als ondernemer of manager bewust of onbewust toepassen. Met het beantwoorden van deze  vijf vragen krijg je een goed beeld van de aanwezigheid van (bewust of onbewust) talentmanagement in jouw organisatie.

Door de antwoorden op deze vraag te bespreken in het Management Team (MT) leg je een goede basis voor bewust talentmanagement.

Vraag 1: Hoe worden mensen ontwikkeld als ze eenmaal geïdentificeerd zijn als talent?

Komen ze in een gestandaardiseerd traject, zogenaamde management development trajecten, of zijn er vele wijzen waarop talent de ruimte krijgt zichzelf te ontwikkelen?

Vraag 2: Welke ontwikkelmogelijkheden biedt de organisatie?

Ontwikkelmogelijkheden zijn bijvoorbeeld: overplaatsing, promotie, projecten, coaching, mentoring, opleidingsmogelijkheden (zoals MBA, andere managementkwalificaties, Online Learning), mentor zijn, vrijwilligerswerk

Vraag 3: Hoeveel steun en support biedt de organisatie?

Wordt de medewerker in het diepe gegooid en is het zwemmen of verzuipen, of worden ze plat geknuffeld met coaches, mentoren en extra ondersteuningsmogelijkheden?

vraag 4: Wie en wat heeft de meeste invloed op een individuele carrière?

Besluit de organisatie welke mogelijkheden een individuele medewerker heeft, en heeft de medewerker nauwelijks tot geen inspraak? Of is het de medewerker die besluit welke carrièrestappen hij wil nemen, en heeft de organisatie zich daar maar in te schikken

Vraag 5: Met hoeveel mensen kan een individuele medewerker zijn carrièremogelijkheden bespreken?

Is het alleen mogelijk de carrièremogelijkheden met de direct leidinggevende te bespreken, of kan de medewerker ook anderen betrekken om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden?

Er is niet een beste manier om talentmanagement in te richten. Het is wel belangrijk dat de vijf antwoorden congruent zijn aan elkaar.

Blass & April (2008), Developing talent for tomorrow, in: Develop, nr 1, p 48-59